Maandberichten

tekent voor zichzelf…
Gefeliciteerd Floortje, en de anderen ook

uit Maandbericht 1967

AFSCHEID – REÜNIE – NIEUW BEGIN

Iedere 12e klas neemt op geheel eigen wijze afscheid van de school. Elk jaar opnieuw is het voor de leraren verrassend te ervaren, hoe een twaalfde klas zijn vorm vindt voor de afscheidsavond, die na de uitreiking van de eindgetuigschriften, door de leerlingen wordt georganiseerd.

Wat een verscheidenheid hebben deze avonden niet vertoond!

Soms waren het dramatische talenten in een klas, die het stempel drukten op zo’n bijeenkomst. Soms konden we genieten van een muzikale afsluiting; enkele keren getuigde een klas van zijn historische zin, door momenten uit de schoolgeschiedenis ten tonele te voeren, vele malen richtten de leerlingen een expositie in van hun teken-, en schilderwerk.
Onvergetelijk was de avond van een klas, die met grote vindingrijkheid
de verrukelijkste gerechten ter tafel bracht en het presteerde een “banket” van ruim twee uren af te sluiten met een hommage aan de muizieklessen (deze klas was zeker niet de muzikaalste van de school).


Naast alle variatie en verscheidenheid kwamen deze avonden toch in een element met elkaar overeen. Hoe hecht een band tussen de leerlingen in de klassengemeenschap ook was, er werd toch, soms minder, soms bewust, gevoeld, dat de besloten wereld van de klas doorbroken werd en ieder individu zijn eigen weg in de maatschappij heeft te gaan.

Mw. H. Cox (oktober 1967).

OUD-LEERLINGEN VERTELLEN OVER BEROEP EN STUDIE

“Daag, we zien elkaar nog wel ‘ns …”
Na deze woorden trokken velen van ons de zware schooldeur voorgoed achter zich dicht. Ik ook.
Zelden heb ik zo’n typische mengeling van gevoelens meegemaakt als juist op dat moment.
Aan de ene kant was ik opgelucht omdat ik nooit meer naar school hoefde, aan de andere kant had ik het gevoel door alles en iedereen verlaten te zijn. Ik was op dat moment zelfs wat trots op mezelf. Het leek, alsof ik zo vrij was als een vogel in de lucht.
Na een pracht van en vakantie op de Friese meren, ben ik toen aan het werk gegaan. Ik wilde de reclame in. Ik ben dan ook meteen op een reclame-bureau terechtgekomen. Nu 2 jaar nadat ik de schooldeur achter me heb horen dichtvallen, mag ik mezelf copywriter noemen. Dat is natuurlijk niet zo ineens gegaan. Want zonder die tussenliggende twee jaar
had ik het echt niet gekund. Ik ben nu dus “copywriter”, dat betekent, dat ik teksten schrijf voor advertenties, folders, radio-, en TV-commercials en voor alles wat dan ook maar iets met reclame te maken heeft. Ik moet dus ook ideeën maken.
Er is geen school, waar je dit vak kunt leren. Je kunt het alleen maar leren door de praktijk in te gaan. Ik ben eerst begonnen op de “bewijsnummer-afdeling”. Op deze afdeling worden alle advertenties, die door het bureau zijn geplaatst, gemeten en men zorgt er voor, dat de kranten, waar die advertenties in staan, naar de betreffende klant worden verzonden.
Dit was eerlijk gezegd niet zo leuk, maar ik wist dat ik door enkele zure appels heen moest bijten om mijn doel te bereiken.
Ze hebben het zelfs eens gepresteerd om me een week lang op een boekhoudafdeling te zetten. Maar toen ik er twee dagen zat, had ik zo’n groot verschil met de gelijklopende papieren, dat de hoofdboekhouder er drie dagen voor nodig heeft gehad om dat verschil weer weg te werken. Ik ben toen maar weer snel naar een andere afdeling overgeplaatst. Ik mag nu zeggen, dat ik, alle zure appels ten spijt, op een plaats zit, die een leuk uitgangspunt voor de toekomst is.
Dat wil echt niet zeggen, dat ik nu elke tekst die ik maar maken wil, KAN schrijven, of dat alles even goed is. Ik durf zelfs te zeggen, dat dit werk me met de dag meer moeite gaat kosten, hoe gek het ook mag klinken. Er is een eenvoudige uitleg voor: Op een gegeven moment krijg je een bepaalde vakkennis. Die raak je niet zo gauw kwijt. Je gaat, wanneer je eenmaal wat van die vakkennis hebt, kritischer worden ten opzichte van iedereen. Ook ten opzichte van jezelf. Daarom moet je je steeds meer moeite getroosten
om een product uit je schrijfmachine te persen, waar je ook zelf content mee kunt zijn.
En dan is er aan dit beroep nog een nadeel – of voordeel, het is maar hoe je het bekijkt. Ik vind het een voordeel: Er zit in dit vak een sterk creatief element. Je moet per slot uit het niets, iets scheppen.
Een man, die de hele dag kaartjes zit te tikken en die opeens zegt: “Gisteren heb ik 269 kaartjes getikt en vandaag wil ik er beslist 280 van maken”, heeft dus gewoon te zorgen dat hij 11 kaartjes meer tikt dan gisteren. Hij kan zelf bepalen, of dit al dan niet binnen zijn macht ligt.
Wanneer ik een opdracht krijg en iemand zegt: “dit moet morgen af”, dan is het mogelijk, dat ik die opdracht afkrijg. Het is ook mogelijk, dat ik zelfs geen pen op papier kan krijgen. Er komt dus wel zoiets als inspiratie bij kijken. Toch huldig ik het standpunt: 75% transpiratie en 25% inspiratie. Maar is die 25% inspiratie niet aanwezig, dan begin je zelfs met 100% transpiratie nog niets. Het klinkt misschien romantisch, maar het is gewoon een nuchter feit. Behalve bovenstaande belangrijke punten, is er nog een ander zeer belangrijk punt in de reclame. Een punt, dat steeds opnieuw een uitdaging vormt voor elke reclameman. De mens verandert steeds. En met de mens de mensheid. De reclame moet zich daarbij aanpassen. De reclame moet zich aanpassen bij de veranderingen van de psyche van de mens. Daarom staan mijn boekenplanken afgeladen met boeken over psychologie. (Ik heb die boeken ook allemaal gelezen).

Ik hoop, dat dit stukje U een beeld geeft van mijn beroep. Het is nog lang niet volledig. Ik zou er avonden mee kunnen vullen om er over te spreken.
Misschien vond U het interessant. Misschien niet. Ik voel me thuis in dit
beroep. Een beroep, dat misschien niet zo gewoon is. Je moet proberen een beetje artist te zijn, die nog kan verkopen ook en dat is soms niet zo goed te verenigen.
Ik had het even over gewone beroepen.
Vroeger, toen ik in de klas zat, dan keek ik wel eens om me heen. Ik voorspelde mezelf op een zeker moment, dat waarschijnlijk niemand uit de klas een “gewoon” beroep zou kiezen. Ik geloof wel, dat ik voor een groot deel gelijk heb gekregen. Neem bijvoorbeeld Lucas Vis. Een paar maanden geleden heeft hij in Salzburg een jeugdconcours voor dirigenten gewonnen. (Als je dit leest, Lucas, proficiat!).
Ik hoorde dat Henk Pelgrom stoffen ontwerpt in Zweden. Christine Moeller wordt lerares. Jaap Polak staat bij een antiquair in de zaak. Hij presteert het om me te interesseren voor antiek. Een hele prestatie, dat kan ik U verze- keren.
Fonneke Teune staat te verkopen in een drogisterij. Een gewoon beroep? Niets daarvan, tenminste niet op de manier , waarop zij het doet.
Bent u van plan een kammetje van f.0,45 te kopen? Laat U dan niet helpen door Fonneke. U stapt anders 5 minuten later glimlachend de deur weer uit met dat kammetje en misschien daarbij een kandelaar van ruim f.20,-
René Damen doet eurithmie. Als hij het plezierig vindt, dan moet hij het
blijven doen. Dat is eigenlijk in elk vak zo. Je moet er plezier in hebben.
Anders kun je er net zo goed mee ophouden.
Van velen uit onze vroegere klas weet ik niets, of te weinig om op te schrijven Jammer eigenlijk……

Jerry Koning (1946-1997).




Eurythmie – Schule – München
——————————–

Euritmie, een moderne bewegingskunst.
Een aanschouwelijk maken van innerlijke bewegingswetten van woord en muziek.
Zichtbare spraak, zichtbare zang. Een organisch vebinden van het hoorbare en het zichtbare.
Een opleiding tot euritmist duurt vier jaar. Men legt een proeve van bekwaamheid af in vier taken. Alleen of met je groep. Je houdt een voordracht over een bepaald onderwerp in de kunst, houdt een demonstratie van een bepaald element in de euritmie, stelt een programma samen en voert het uit en geeft een opvoering.
Na deze vier jaar kan men les gaan geven, zich aansluiten bij een theatergroep of verder studeren tot heileuritmist. De Eurythmie-Schule-München staat onder leiding van Friedhelm Gillert en diens vrouw. Voorheen van de school in Florence.
Nu is zij gevestigd op het Gut Marienhof, een twintigtal kilometrs buiten München. Naast de opleiding is er een Bühne-groep van gediplomeerde euritmisten. Zij geven regelmatig opvoeringen. Dit voorjaar was men ook in Holland. (Opvoering in Amsterdam in het Sigma Centrum). Volgend jaar waarschijnlijk weer.
Dagelijks zijn er lessen in toon-, en klankeurithmie. Lessen met je groep, sololessen of lessen met de hele school, een twintigtal jonge mensen. Verder wordt er onderricht gegeven in anthroposofie.
Periodegewijs wordt er ook gewerkt aan schilderen, plasticeren, spraakvorming, menskunde e.d. Niet alle leerlingen zijn van plan eurithmist te worden. Er zijn er b.v., die naar het toneel willen of later willen schilderen. Ook zijn er leerlingen, die al een diploma bezitten voor o.a. muziek, beeldhouwer of decorontwerper.
Allen studeren euritmie om de algemene kunstzinnige basis, om een inzicht in kunst en anthroposofie te krijgen.
Een hardwerkende internationale groep van jonge mensen. Zij zoeken een weg, als mens, als kunstenaar. Zij zoeken en ontwikkelen zich met behulp van een edele kunst: de euritmie.

René Damen.