Herinneringen

Meer dan herinneringen, Bastiaan Baan

Op een dag in 1958 ging ik met gemengde gevoelens een nieuwe school binnen. Ik was Dreefschool af en Vrije School op. De oude school was “deftig”, dat wist ik van vriendjes uit de buurt. En de nieuwe? Er waren vriendjes die wisten dat-ie voor schoffies was. De kinderen van de Prins Hendrikschool liepen in de pauze soms treiterend langs, met de gescandeerde massale uitroep:

Ru-dolf Stei-ner, hi-ha-ho Ru-dolf Stei-ner, hi-ha-ho.

Dat vond ik niet leuk. Maar wij verzonnen onze eigen spelletjes in de pauze en lieten de leuzen voor wat ze waren.

Emile was Loki. De krachtpatser Ramon natuurlijk Thor, want hij had hamers van handen. Soms was er ook een schone Freya, als dat zo uitkwam- als iemand zijn oog had laten vallen op een meisje uit de klas. Dan speelden we de verhalen die leraar elke dag vertelde uit de Edda. Die verhalen was ik veertien jaar later al lang vergeten. Alleen de kleur ervan, de sfeer, kon ik me nog herinneren. Tot ik opnieuw in de vierde klas kwam. En opnieuw de Edda hoorde vertellen. Nu luisterde ik half naar de lerares, half naar mezelf, en zag die diep verankerde talloze beelden uit het verhaal weer voor me, zoals ik ze veertien jaar eerder had beleefd. En toch ook ànders: helderder, doorzichtiger dan toen; rijker aan betekenis. Terwijl geen haar op mijn hoofd in al die jaren bewust teruggedacht had aan dat verhaal. Ik verbaas mij daar nog steeds over.

Een gebeurtenis uit de achtste klas kan ik me nog wel ieder moment voor de geest halen. Stibbe was een leraar, over wie legendarische verhalen van klas tot klas werden gefluisterd. Een periode volkenkunde. Indianen. Geen film en geen aardrijkskundeboekje schreef ons de harde feiten voor. Stibbe deed het allemaal zelf. Op een morgen stond er een Indiaan voor de klas. In een gewoon colbertje, met het gewone nukkige gezicht. Maar toch een Indiaan, want hij danste, rookte onzichtbare vredespijpen, reciteerde gedichten, vertelde legenden, riep oorlogskreten uit.

Of, een jaar later, de geschiedenis van de tweede wereldoorlog. Dezelfde kleren, hetzelfde gezicht. Maar nu was ’t Hitler, die brallend en bulderend voor de klas stond, en een donderrede afstak. Niemand lachte – zelfs de “schoffies” niet – en iedereen wist voor eens en voor altijd wie Hitler was geweest.

Zo is jaar in, jaar uit gegaan. Elke dag was er een andere wereld in de klas. Niet een wereld op papier of op celluloid, niet alleen maar tastbaar en zichtbaar – maar meer dan dat. Een wereld waar je ’s nachts nog van droomde – omdat hij àlles met jezelf te maken had.

Bastiaan Baan zat op de Geert Groote School en was geestelijke in de Christengemeenschap. Uit: Vrije Opvoedkunst september 1983

Afscheid klas 1965-12 met onvergetelijk “banket”

Maandbericht 1967